Te veel

Te veel

“Ik weet dat ik hele korte rondjes moet lopen en steeds hetzelfde rondje. Dat doe ik ook en dat gaat nu goed. Vier keer per dag, dan went hij er tenminste snel aan.”

Ik kom binnen en zie verderop een hond in de mand liggen, grote ogen, zijn kop steeds wegdraaiend, niet opstaan, wel duidelijk erg verontrust door mijn aanwezigheid.

Ze hebben mijn hulp ingeroepen omdat hij erg angstig is, de hele dag in de mand ligt en tot voor kort niet naar buiten durfde. Nu loopt hij al wel mee naar buiten, aan een lijn, lage houding, bijna sluipend, staart zeer aangesloten, alsmaar om zich heen kijkend. Hij plast en poept op het veldje achter het huis en wil het liefst direct weer terug.

Ik zie de blijheid bij de baas, dat hij nu zelf mee naar buiten loopt, dat ze hem niet meer op hoeven te tillen. Ik weet dat ik haar ga teleurstellen. Vier keer per dag een kort rondje is echt nog te veel. Het is niet zo dat als je vaker met hem loopt hij er eerder aan zou wennen. Het is voor hem (nog) geen positieve ervaring die ruimte geeft om te ontdekken en leren. Hij overleeft. De spanning bouwt eerder op dan dat het gewenning gaat geven.

Als je een hond uit het buitenland adopteert, is het goed te beseffen dat deze hond een heel nieuwe wereld instapt. Het zijn vaak honden die in een klein gebied op straat hebben geleefd, of een aantal maanden zo niet jaren in een asiel, of misschien wel achter een boerderij op een afgezet stuk weiland met tig andere honden. Dat was hun bekende en daardoor ‘veilige’ wereld. In hun wijk hadden ze een paar straten waar ze met een relatief vaste groep soortgenoten leefden, in het asiel was hun wereld een paar vierkante meter en in het weiland iets meer.

Ze hebben een relatief beschut en redelijk prikkelarm leven geleid. Ze zien de vaste mensen, kinderen, katten, en kennen de structuur van de dag. Honden die langere tijd op straat hebben geleefd, kennen hun omgeving door en door, hebben vaste gewoonten ontwikkeld, weten wie ze moeten ontwijken en waar ze voedsel kunnen krijgen. Een voor hen duidelijke wereld, waarmee ze kunnen omgaan.

Zo’n hond wordt weggerukt uit zijn vertrouwde bestaan en komt per vliegtuig, busje of auto naar Nederland. Dat transport alleen al is enorm heftig. Uren of dagen in een bench zitten, harde geluiden, een donkere ruimte, vreemde mensen. Eenmaal in Nederland is alles anders en is hij elke houvast kwijt. Ze zijn uit hun veilige wereld gehaald en komen hier in een kakefonie van geluiden, geuren, licht, mensen die van alles van ze willen...

Zomaar met een wildvreemde meegaan voor een wandeling in een totaal nieuwe wereld gaat niet iedere hond even makkelijk af. Het belangrijkste is, kijk naar de hond: wat kan hij aan? Ga niet menselijk denken: Hij moet beweging hebben, zijn energie kwijt kunnen. Alle honden vinden wandelen toch leuk?!

Nee, soms vinden ze dat echt nog niet leuk. Ja, soms is dat nog te overweldigend. Ja, soms is in een huis leven met mensen al meer dan genoeg om mee te dealen. Dan is naar buiten gaan echt teveel. Dat kunnen ze uiten door echt niet mee te willen en als ze meegaan, heel timide en angstig mee te lopen. Maar pas op, het kan ook een hond zijn die je over de straat sleept, zeer alert is en totaal geen contact met jou heeft. Voor deze honden is het net zo goed teveel, alleen uiten ze zich anders.

Zodra mensen echt naar de hond kijken en rekening houden met zijn belevingswereld, kan en durft de hond stapjes te zetten. In zijn eigen tempo. Zodra wij onze verwachting kunnen loslaten, gaat de druk eraf. Dat voelt een hond. De ruimte die dan ontstaat is voor een hond heel erg fijn. Hier begint de eerste stap naar vertrouwen: jij begrijpt me